Mindfulness
Vanuit het motto “onderzoekt alle dingen, en behoudt het goede” kwam ik ooit bij een cursus mindfulness terecht. Dat is inmiddels 12 jaar geleden. Nog ver voordat het een hype was, lag ik al op mijn mat te luisteren naar een slaapverwekkende stem die me leerde om mijn aandacht te richten. Mindfulness bleek een typisch gevalletje van “het goede” voor mij.
Bij de training destijds kreeg ik 4
CD’s met oefeningen van elk 45 minuten. Het was de bedoeling dat je
er dagelijks eentje deed. Als snel had ik mijn favoriet, de bodyscan.
Je gaat op je rug op een mat liggen, en een trage stem leidt
vervolgens in drie kwartier je aandacht door je hele lichaam. Je
begint bij je linker grote teen, en eindigt bij je kruin. Na afloop
voel je je herboren.
Ik schat in dat ik deze oefening al
minstens 1500 keer gedaan heb. Het is echt mijn redding geweest, en
nog steeds helpt het me. Mijn eerste CD was ingesproken door een
ietwat schorre Belg. Met uiterste precieze leidde hij me door
gebieden in mijn lijf, waar ik tot daarvoor geen benul van had. De
kóóótjes van de vingers van mijn rechterhand, de topjes van mijn
vingers, de nágels op de topjes van mijn vingers… Ja zelfs de
ruimte tússen mijn rechter vingers kon hij me laten ervaren. Hij
wist gewoon van geen ophouden.
Ik lag daar maar en voelde me als een
figuurtje in een zwart-wit tekenfilm, die met een grote blokkwast van
de Gamma stukje bij stukje werd ingekleurd.
In het begin, op het dieptepunt van een
burn-out, was het zo’n beetje het enige dat ik kon. Ik luisterde
het Cd’tje, en als het af was begon ik gewoon weer opnieuw. Het was
toen voor mij dé remedie om het eindeloze malen in mijn hoofd wat
tot rust te brengen.
Er waren ook perioden, dat ik worstelde
met mijn Belg. Dan wilde ik zo graag wat rust in mijn hoofd, maar dan
lukte het mijn Belg niet, om mijn aandacht te vangen. Met hoeveel
geduld hij me ook op mijn tussenribspieren wees, ik bleef toch
wegvliegen naar dat akelige gesprek van die middag. Maar ook dan
hielp het, want mijn Belg vertelde er altijd bij, dat dat helemaal
niet erg was, en dat ik het gewoon weer opnieuw kon proberen. (De
akelige optimist…)
Inmiddels gebruik ik de oefening
anders. Het is nu voor mij een enkele reis naar een power nap na een
paar uurtjes werken. Ik ga liggen, hoor mijn Belg, en mijn lichaam
krijgt een Pavlov-reactie en valt in slaap. Dat gebeurt meestal
ergens tussen mijn rechter kuit en mijn rechter dijbeen. Het
linkerbeen maak ik nog bewust mee, maar daarna wordt het vaag. In de
sluimertoestand waarin ik dan verkeer, vang ik soms nog flarden op
van mijn middenrif of de wervels in mijn onderrug. Maar meestal komt
mijn bewustzijn pas weer terug tussen het ooglid van mijn linkeroog
en de wenkbrauw in die regio.
De vraag is natuurlijk, of ik door al
dat oefenen mijn aandacht beter kan richten. Ik vrees dat ik dat
ontkennend moet beantwoorden. Nog altijd is de route van ‘wegvliegen
in mijn gedachten’ mij veel vertrouwder, dan gewoon aanwezig
blijven bij wat er zich aandient.
Wat het me wel heeft opgeleverd, is een
zekere mildheid naar mezelf.
Tja, zo doe ik dat dus gewoon.
En dat is heeeelemaal oké, volgens mijn Belg.
Tja, zo doe ik dat dus gewoon.
En dat is heeeelemaal oké, volgens mijn Belg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten